Houd je snater: Dag 7 en 8 in Vipassana

Na zes dagen je mond houden en elke dag hetzelfde ritme had ik het idee dat het nu echt wel genoeg was.

Volgens de lezing was de zesde dag het zwaarst, maar daar dacht ik anders over.

 


Ik dacht aan stoppen en wel nu op dag 7. Ik had echt alles wel een plekje gegeven en alles wat nog niet op z’n plaats was gevallen, dat zou de tijd wel helen.

Ik had veel geleerd en ik kon wel naar huis. Ik begon recalcitrant gedrag te vertonen. Zéér demonstratief lakte ik mijn nagels in een onopvallende kleur. Voelde me super stoer, ik ze zou wel eens laten zien dat ik mijn autonomie kon bewaren onder dit regiem. Ik wilde helemaal niet mee in die makke-lammeren-kudde.

Kortom, ik was opstandig. Omdat tien uur mediteren per dag in een hittegolf best zwaar is, stroopte ik mijn wijde mouwen op in de meditatiezaal, waardoor er een stukje schouder te zien was. Dit was óók al tegen de regels.

Dat ik op deze manier de Maria-look niet op mijn gezicht kreeg en ook niet ging zweven, maakte me niet meer uit. Ik zette me af tegen alles om me heen.

Maar had ik niet tegen mezelf gezegd dat ik alles eruit zou halen wat erin zat? Nou, dan moest ik stoppen met dit gedrag! En me overgeven aan alles wat Vipassana te bieden had.

Het werd een sport om te kijken wie er allemaal nog in de verplichte sessies zouden verschijnen. Bij de mannen waren er door de hitte veel afvallers. Elke dag keek ik of Sharief wel op zijn kussen terecht zou komen.

Het waren altijd dezelfde vrouwen die laat kwamen. En ook vaak dezelfde dames die geregeld in slaap vielen. Het slapen was van korte duur want de slaapkop werd vervolgens wakker gemaakt door een van de wachters.

De mensen werden moe en je merkte dat er een aantal deelnemers begon te twijfelen aan deze onderneming. Dat de twijfel ook op mijn eigen groepje vat kreeg, merkte ik de volgende dag.

Op dag 8 stiefelde ik om vijf uur in de ochtend na een half uurtje meditatie weer terug naar mijn warme bedje. En daar, vlak voor het slaapgebouw, kwam ik Jennifer tegen. We waren alleen, helemaal alleen. Dat was nog nooit gebeurd.

We keken snel om ons heen en spurtte naar de overkapping waar de was werd gedroogd. Hier vertelde ze mij dat ze vandaag nog naar huis zou gaan. Ze stopte ermee, het was genoeg! Op dag 5 had ik haar dit idee nog uit haar hoofd weten te praten maar nu leek ze vastberaden.

De reden: ze had contact gehad met haar spiritueel leider. Die had haar telepathisch laten weten dat Vipassana niet haar pad was. Ze moest naar Hong-Kong, dáár lag haar pad. ‘Oké oké, maar wil je het dan toch niet afmaken? Krijg je dan niet het gevoel dat je faalt?’

‘Nee, echt niet’, antwoordde ze me. Ze wist het zeker, ze zou er nú mee stoppen. Bang om betrapt te worden, hielden we het kort. We omhelsden elkaar en wensten elkaar al het goeds in ons verdere leven. We beloofden contact met elkaar op te nemen zodra we alle twee vrijkwamen.

Ik ging terug naar mijn bed met de gedachte dat ik er ook gewoon mee op moest houden, met dit loodzware gedoe. Tijdens het ontbijt om half zeven was ik dan ook stomverbaasd om Jennifer te zien.

Wij, van ons besloten groepje, steunden elkaar via gebaren en blikken. Ik had hier veel steun van ondervonden en dit zou nu uit elkaar vallen. Ik had me net herpakt en nu stond ze gewoon doodleuk weer in de eetzaal.

Met zo weinig mogelijk gebaren met een hand achter mijn andere hand probeerde ik erachter te komen wat er gebeurd was. Ze ging om elf uur weg, hoezo? Het enge gevoel bekroop me dat dit toch wel erg op een sekte ging lijken. Lieten ze haar niet gaan?

Ik werd erg opstandig, want zaken opleggen aan mensen dat hun vrije wil in gevaar bracht, daar werd ik merkbaar lichtelijk gefokt van.

Het werd me te gortig. Na het ontbijt stormde ik de slaapzaal binnen van Ghaty, Jennifer en een Frans meisje. Hier moest ik alles van weten. Het geldende spreek- en aankijkverbod, daar had ik lak aan.

Jennifer vertelde me dat de lerares haar had overgehaald om het tóch nog even te proberen. Want als ze het nu niet afmaakte dan was dat écht niet goed. Ik kreeg er een naar gevoel van. Stel je voor zeg, dat je niet weg kunt als je dat wél wil. Ik voelde plaatsvervangende boosheid.

Ghaty gaf ook aan weg te willen. Zij vond de Nederlandse lezingen in de avond zó vervelend en indoctrinerend dat ze er helemaal klaar mee was. Oké! Dat betekende twee van de vijf. Dan waren we nog maar met drie chicks over. Zouden zij mij nou echt in de steek laten? En kon ik het wel zonder ze?

Om 13.00 uur waren ze alle twee weg. Ook Ghaty hebben ze geprobeerd tegen te houden, maar het mocht niet baten. Samen reden ze terug naar Nederland.

Tijdens de eerste meditatiesessie zonder mijn twee vriendinnetjes werd ik verdrietig. Maar ik zou doorgaan.
Ik moest en zou dit afmaken. Waarom was ik er anders aan begonnen?

Ondanks dat er niet gesproken werd, was het voor iedereen duidelijk dat we een groepje van vijf chicks vormden en de verbaasde blikken waren dan ook niet van de lucht nu ons groepje uit elkaar was gevallen.

Het werd erg duidelijk dat je dit toch echt allemaal voor jezelf deed. Je kon urenlang aan iemand gewend raken en tegen iemand zijn/haar rug aankijken, dat betekende allemaal niets op het moment dat ze opeens waren verdwenen.

Wordt vervolgd...

Gerelateerde artikelen

FemNa40