Koninklijk Complot - Brand in Windsor Castle

 


Brand in Windsor Castle - Hoofdstuk 22

Het jaar 1992 is een turbulent jaar voor het Engelse koningshuis. Het ene drama volgt het andere op. En of dat nog niet voldoende is, wordt Windsor Castle door een brand getroffen. Het is al negenhonderd jaar het grootste nog bewoonde kasteel ter wereld. De koningin en haar man zijn er vaak te vinden, met name in de weekenden. Ze houden van het kasteel en de groene omgeving, meer dan van Buckingham Palace, dat midden in het drukke hart van Londen ligt.

Vrijdagnacht 20 november is de hemel boven het eeuwenoude kasteel gevuld met oranje vuurpluimen en bijtende zwarte rook, die op kilometers afstand is waar te nemen. De brand is ontstaan door een oververhit spotje dat de gordijnen in de privékamer van de koningin in vuur en vlam zet en vervolgens het kasteel voor een deel in de as legt. De koningin zelf is die avond niet aanwezig.

Het personeel vergeet in alle paniek om het brandalarm in te schakelen en ondertussen likt het verwoestende vuur aan de muren van het eeuwenoude kasteel. Dichte, zwarte rook hult het bouwwerk in het halfduister.
De gevolgen zijn rampzalig.

Het personeel van de koningin vlucht naar buiten, voordat ze door de vlammen worden ingesloten. Pas dan wordt het alarmnummer van de brandweer gebeld. Gelukkig hebben ze wel het centrale alarmnummer van het paleis gebeld en die alarmeren het leger.

De koninklijke huishouding en het toegesnelde leger proberen de ontelbare kunstschatten te redden. Niet veel later stormen ook de brandweerkorpsen het terrein op en beginnen hun strijd tegen het alles verterende vuur.
De stafleden staan trillend van emotie buiten, met een natte deken om en met zwarte vegen op hun gezicht. Hitte, longen die naar zuurstof snakken. Ze slaan de chaos vanaf een veilige afstand machteloos gade. De hitte is, zelfs op grote afstand, verzengend.

Prins Andrew, die wel in het kasteel aanwezig is, belt meteen zijn moeder om haar van het dramatische nieuws op de hoogte te brengen. Ze reist meteen naar het kasteel. In haar regenjas met capuchon en met haar rubberlaarzen aan, neemt ze de ravage in ogenschouw. De aanblik van het gehavende kasteel in het daglicht confronteert haar keihard met de trieste werkelijkheid.

Na vijftien uur wordt uiteindelijk het sein ‘brand meester’ gegeven. Het hele middeleeuwse dakgebint van de St. George’s Hall is in de as gelegd en grote schilderijen van onnoemlijke waarde zijn verloren gegaan omdat ze niet konden worden verplaatst. Veel historisch meubilair, zilverwerk, tapijten en documenten hebben water- en rookschade geleden. De brand heeft een immense ravage aangericht.

Wordt vervolgd...

Gerelateerde artikelen

FemNa40