Elektrisch Vervoer (3)

Daar stonden we dus wederom stil bij een laadpaal die niet opgeladen had. Na enig beraad besloten we de snelweg op te gaan en wel te zien waar het schip zou stranden c.q. wanneer de motor de geest zou geven.

We zouden sowieso op zoek gaan naar een veilige parkeerplaats. Die vonden we bij een tankstation, net voorbij Amersfoort. Aldaar zouden we de ANWB bellen, die zijn er immers voor pechgevallen.

 

Als de ANWB ons naar de snellader in Eemnes zou kunnen slepen, zou alles goed komen. Dat was ons plan C.

Takel

Manlief nam zogezegd contact op met de ANWB en legde ons probleem uit. Ons probleem was kennelijk voor de telefoniste een onbekend probleem. We moesten een kwartier wachten op een antwoord. Nadat wij bijna de moed al op hadden gegeven, kwam het verlossende antwoord: er is een takelauto onderweg. Deze takelauto
(ik moet dan altijd denken Takel, die van de Cars film) zou ons met auto naar een ANWB service centrum brengen in Naarden, aldaar staat ook een snellaadpaal.

Nou, wachten dan maar. Maar wachten duurt lang, helemaal als je in het donker, in de regen op een verlaten parkeerterrein staat. We kregen er trek van. Gelukkig kon ik wel mijn vader bereiken, zijn vrouw Annie was zo lief om onze hond uitlaten, die zou ondertussen wel hoge nood hebben.

Vrouwentas

Normaliter heb ik altijd mijn tas bij me. Je weet wel, zo’n tas waarin je nooit iets kunt vinden. Een tas met een voor vrouwen hoogst noodzakelijk (en voor mannen hoogst onbegrijpelijk) inhoud: telefoon, geld, make-up, zakdoekjes, maandverband, kortingspasjes (die altijd verlopen zijn als je ze wil gebruiken) en natuurlijk koek, snoep en een flesje water. Altijd handig zo’n goed gevulde tas, als je hem tenminste bij je hebt.

Omdat ik deze tas altijd meeneem naar familie cq vriendinnen enzo en ik deze dan bij aankomst in een hoek leg om de tas na afloop weer ongeopend mee terug te nemen, dacht ik deze keer: ik laat mijn tas thuis. Dat gesjouw altijd, ik begin het nieuwe jaar tasloos. Oké, dat was eens maar nooit meer. Net nu ik mijn tas echt nodig had,
lag dat ding thuis. En omdat iedereen er altijd aan gewend is dat mama alles wel bij zich heeft… geen koek, geen snoep en geen water.

Survivalkit

Nadat iedereen bekomen was van de schrik dat ik dus niets eetbaars bij me had, kregen we een lumineus idee. Wij (moi en kids) zouden nooit meer met de Leaf op pad gaan zonder survivalkit. We doodden de tijd met het bedenken van wat er allemaal in zo’n kit moet zitten. Natuurlijk koeken, iets van chocola (voor mij en zoonlief onontbeerlijk), zakjes chips, cola (om wakker te blijven), klein flesje wijn (wederom voor moi), een warme deken (voor jongste en mijzelf), en iets te lezen (voor manlief en mijzelf),

Toen we wederom bijna de moed hadden opgegeven en manlief een aantal malen voor jan met de korte achternaam de auto was uitgestapt zodra hij een auto zag naderen, was daar Takel, onze reddende engel.

Elektrisch stilstaan

De Nissan werd keurig opgetakeld en wij mochten in de cabine bij de chauffeur plaatsnemen. Dat is op zich ook weer een avontuur. Zo kom je nog eens ergens. De chauffeur was niet verbaasd een stilgevallen full electric auto te zien.

‘Tja, die halen nooit de afstand die de importeurs aangeven’ en ‘men (wij dus) vergeet dat een auto met daarin 4 personen zwaarder is en dus meer verbruikt’ en ‘men (wij dus) vergeet dat ruitenwissers ook stroom gebruiken’ en ‘men (manlief) vergeet vooraf een goed reisplan te maken, zodat ze altijd een plan B of C klaar hebben’.
Tja, als we het op die manier bekijken, dan hadden we dus geen schijn van kans.

Make-up

Na een tijdje leverde hij ons en de auto af bij het ANWB-terrein. Manlief sloot de lader aan. Nog 20 minuten zei hij, dan konden we zelfstandig weer verder. Omdat het buiten nog steeds regende liepen wij naar een ruimte waar een aantal mannen zaten. Ik dacht 2 dingen: warmte en koffie (echt, zo goed heb ik die mannen nou ook niet bekeken).

Hoopvol wilde ik deur open doen. Op slot. Ik trok nog eens iets harder (konden ze me zeker horen), maar de deur bleef op slot en erger nog: de mannen keken niet op of om, bleven zitten waar ze zitten. Als ik nu mijn tas bij me had gehad, had ik me nog een beetje op kunnen leuken en het nogmaals kunnen proberen. Maar helaas, geen schijn van kans met mijn verregende en vermoeide looks. Dan de auto maar weer in.

Slot van het liedje

Om een lang verhaal kort te maken. Om half negen waren we thuis: Putten-Mijdrecht: 4,5 uur. We hadden wel wat te vertellen. Toen mijn schoonmoeder ’s avonds belde, viel ze even stil toen manlief vertelde hoe laat we thuis waren gekomen. Een half uurtje later belde zwager, hij wilde het smeuïge verhaal met zijn eigen oren horen (oprechte interesse of toch een beetje leedvermaak?).

Eigenlijk had dit avontuur toch een happy end. Wij hebben ervan geleerd en onze familie kan een bijzonder verhaal toevoegen aan de familiekronieken. Ik wil niet weten hoeveel lol de sceptici in onze vrienden- en familiekring hebben gehad. Wat niet weet, wat niet deert, toch?

FemNa40