Financiële opvoeding

Kinderen leren omgaan met geld is een onderdeel van het opvoeden.

Ouders realiseren zich dat natuurlijk wel maar twijfelen soms hoe je dat moet doen of wat een goed moment kan zijn om hiermee te beginnen.

 

Onlangs heeft het Nibud bekend gemaakt dat 48% van de consumenten betalingsproblemen hebben omdat ze van hun ouders niet geleerd hebben om met geld om te gaan. En vanwege deze lacune heeft 64% van de consumenten moeite met rondkomen.

Het zijn schokkende cijfers die wederom het nut van een goede financiële opvoeding bewijzen.

Keuzes maken

Het geven van zakgeld is wel een bekend middel om een begin te maken met deze financiële educatie. In de lagere school starten de meeste ouders dan ook met het geven van zakgeld. Kleding wordt vanaf de geboorte door ouders aangeschaft en de stap naar het geven van kleedgeld vinden veel ouders moeilijk.

Ouders twijfelen of kinderen wel de goede keuzes gaan maken. Wat als hun kind helemaal geen nieuwe kleding meer koopt, kleding koopt die ouders niet mooi vinden of wat als het kind het kleedgeld uitgeeft aan andere zaken?

Wat als het kind vaker dan gewenst snoep of koek koopt? En wanneer is eigenlijk een mooie leeftijd om hiermee te beginnen? Vanaf de middelbare school kun je als ouders beginnen met het geven van kleedgeld.

Het past met het vermogen van tieners ten opzichte van lagere school kinderen om iets meer te kunnen plannen en wat meer vooruit te kunnen kijken. Met het ontvangen van kleedgeld moeten tieners nadenken over wanneer ze kleding aanschaffen, welke kleding ze willen kopen en wat een mooie prijs kwaliteit is. 

Tieners leren in deze fase ook na te denken over hun eigen gedrag. Willen ze kleding aanschaffen die ze zelf mooi vinden of die de groep mooi vindt. Gaan ze mee shoppen als vrienden ze meevragen of durven ze 'nee' te zeggen als ze eigenlijk hiervoor geen geld hebben.

Dit zijn belangrijke lessen die de consumenten van straks leren in een relatief veilige omgeving.

Tip voor ouders

Natuurlijk krijgen onze kinderen (beiden tiener) zak en kleedgeld op basis van de richtlijnen van het Nibud.
De een gaat heel anders met het geld om dan de ander. De een heeft ook meer moeite om rond te komen dan de ander. De een koopt meer kleding dan de ander want de ander heeft zelfs de behoefte om te sparen.

De een heeft voorkeur voor accessoires en de ander geeft meer geld uit aan gadgets. Natuurlijk speelt het genderverschil hierin een rol maar je ziet dat ze beiden anders met hun geld omgaan terwijl ze dezelfde opvoeding meekrijgen.

We praten over de keuzes die ze maken en waarom. Soms maken ze keuzes waar wij niet achter staan. Op zo'n moment moeten we tot 10 tellen en weer beseffen waarom we kleedgeld betalen.

We willen onze kinderen meegeven dat je niet meer geld kunt uitgeven dan wat je hebt, dat je hierbij keuzes moet maken en dat dit best moeilijk is. En dan hopen we maar dat die 'foute' keuze een mooie les is geweest en dat ze ervan geleerd hebben.

We praten ook met onze kinderen over de twijfels van andere ouders wanneer deze nog geen kleedgeld geven. Onze kinderen begrijpen die twijfels wel maar vinden het inmiddels ook een beetje onzin.

Gewoon mee beginnen is het advies van onze kinderen. 'We moeten toch leren omgaan met geld en dan maar zo snel mogelijk. Natuurlijk koop je in het begin veel koek en snoep maar als je dan geen geld meer hebt voor kleding, dan ga je toch anders handelen.

De vrijheid om zelf te beslissen, hebben die kinderen die geen kleedgeld krijgen niet en dat is toch wel heel mooi'.

Gerelateerde artikelen

FemNa40