Taalontwikkeling (2)

Belangrijk voor de taalontwikkeling van je kind is communicatie. Dit kan zowel verbaal als non verbaal (gezichtsuitdrukking, lichaamshouding) zijn.

Veel ouders maken zich druk als hun kind nog niet veel woordjes spreekt. Helemaal als je hem/haar vergelijkt met andere kinderen.

Dit kan je knap onzeker maken, maar is nergens voor nodig. 
Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen manier en tempo.

 

Cognitieve-, brabbel- en woordjes kinderen

Sommige kinderen begrijpen enorm veel maar zeggen weinig; dit zijn de cognitieve kinderen. Je kind hoort jullie praten over drinken en loopt al naar de koelkast. Het begrijpt dus heel goed waar jullie het over hebben.

Andere kinderen trekken je aandacht door een woord te zeggen of een ander geluid te maken en te wijzen, bijvoorbeeld poes, terwijl het wijst naar de poes die in de tuin loopt. Dit zijn de woordjes kinderen.

Als laatste heb je nog de brabbel kindjes, die de hele dag aan het brabbelen zijn en waar geen touw aan vast te knopen is. 
Tot welk type jouw kind ook behoort, het is belangrijk dat je het communiceren aanpast aan zijn/haar niveau en de boodschap kort houdt en zegt wat je aan het doen bent.

Verwacht van een kind van 1 jaar niet teveel woorden en stimuleer hem/haar om juist wat te zeggen, niet door alles wat het aanwijst te pakken of te geven, maar het woordjes te laten uitproberen. Dit kan bijvoorbeeld door open vragen te stellen: 'Wil je liever een banaan of een appel?'

Driftbui

Als kinderen rond de 18 maanden oud zijn beginnen driftbuien soms op te spelen. Dit kan duren tot de kleutertijd, maar heeft alles te maken met het feit hoe jij als ouder hiermee omgaat.

Kinderen kunnen driftbuien krijgen vanwege het niet begrepen worden. Ze leren langzamerhand praten, maar kunnen nog niet alles goed verwoorden aan hun ouders. Uit frustratie en onbegrip ontstaan dan de eerste driftbuien en gebruiken zij het woordje NEE steeds vaker.

Ze worden zelfstandiger en gaan hun eigen ik ook steeds meer ontdekken en beseffen dat zij een ander mensje zijn dan hun ouders. Je kunt het helpen door  te verwoorden wat jij ziet: 'Ja, mama snapt dat je boos wordt als je niet met de ... mag lopen.'

Het helpt een kind vaak als het begrepen wordt en dat haalt vaak de boosheid al weg. Volgende week meer over driftbuien.

Heb je vragen, schroom niet om ze te stellen. Laat een reactie achter bij de comments hieronder of kom naar het gratis online adviesspreekuur (op de even weken op dinsdagavond van 19.00-20.00 uur).

Marilva Dikmoet/ MD Hulp Online

FemNa40