De wereld op z’n kop

Strange new worlds.

Ik draai een paar pirouetjes en kom sierlijk tot stilstand.

Wanneer mijn blik weer scherp ziet, kijk ik mijn ogen uit.

Alles wat ik zie, de hele wereld, is anders dan anders.

Het lijkt wel de omgekeerde wereld.

 

De aarde waar ik boven sta is blauw, de lucht is groen. Als ik goed naar de wolken kijk zie ik boomtoppen en de boomtoppen waar ik tussen sta, zijn melkachtig wit. Vogels vliegen laag voorbij terwijl ze eruit zien als een zwemmer die de rugslag beoefent.

Ik besluit verder te lopen op de zandachtige hangbrug die nergens aan vast lijkt te zitten. Hij gaat verder dan het oog kan reiken. De geluiden bereiken gedempt en traag mijn oren.

Plots is er een splitsing. Ik kan kiezen of ik naar boven of naar beneden verder zal lopen. Ik kies voor beneden want dat voelt veiliger en vertrouwder, zelfs al wordt de grond donkerder en donkerder blauw terwijl ik dichterbij kom.

Een raar mannetje
 

In de verte komt een figuur mij tegemoet. Ik zie het grote silhouet dat zich licht aftekent tegen de groene wolken. Het wordt kleiner en kleiner totdat een mannetje ter hoogte van mijn knie naast mij staat. Zijn lange haar staat steil omhoog en zijn mondhoeken staan naar beneden.

Met een chagrijnige uitdrukking op zijn gezicht zegt hij: 'Jij bent raar. Je staat ondersteboven, weet je dat wel'? 'Ik, zeg ik verbaasd. Welnee, jij staat ondersteboven!' 'Nou ja, nu wordt ie mooi! Ik weet toch wel hoe het hier zit? Dit is mijn wereld. Jij staat ondersteboven en niet ik', schreeuwt het mannetje met zachte stem.

Rekenen


'Mijn wereld' hoor ik hem zeggen. Inderdaad, dit is niet de mijne. Mijn gedachten dwarrelen terug tot mijn eerste dag op de lagere school in een nieuwe woonplaats. De kinderen hadden al een half jaar of langer met elkaar opgetrokken en toen kwam ik in de klas. De eerste dag. We gingen rekenen.

'Heb jij al rekenen gehad op je oude school'. vroeg de juf. Ja hoor, dat had ik. Maar ik kwam erachter dat zij dat heel anders deden. Dus wat ik dacht te snappen, snapte ik nu helemaal niet meer.

Op onze oude school kregen wij vellen met sommen en hoefden we alleen maar het antwoord in te vullen.
Hier hadden we allemaal ons eigen schriftje waarin we de sommen overschreven en daarna het antwoord.

Omdat het zo anders was, leek het alsof ik niet meer kon rekenen. Ik voelde me er best ongelukkig door. Gelukkig waren de kinderen en de juf heel behulpzaam. Door te oefenen en te vragen had ik me al snel de nieuwe methode eigen gemaakt en kon ik ook hier goed meekomen.

Zo goed dat ik in de zesde klas uiteindelijk een heel boekje verder was dan de rest van de klas. Zo leuk was ik het rekenen gaan vinden.

Ommekeer


'Laten we niet zo’n ruzie maken,' zeg ik tegen het mannetje, 'de vraag is wat kan ik doen om jouw wereld vanuit jouw perspectief te zien?' Hm, daar had hij nog niet over nagedacht. Goede vraag. 'Als jij nu eens je hoofd door je benen steekt, wat zie je dan', vraagt het mannetje.

Ik doe wat hij zegt en zie ineens een hele andere wereld. De lucht is blauw met witte wolken, de bomen zijn groen en zijn mondhoeken staan omhoog. Hij is helemaal niet chagrijnig, hij is eigenlijk heel vrolijk. Omdat mijn hoofd veel lager is, is zijn hoofd veel dichterbij. We kijken elkaar aan.

'Hahahaha', lacht het mannetje luid met oogjes die glimmen van de pret. 'Weet je, soms hoef je alleen maar de wereld van de andere kant te bekijken en dan is alles anders dan je dacht. Piece of cake toch'? Ik lach luid met hem mee, harder en harder totdat ik op de grond rol van de slappe lach.

Als ik bijkom van het lachen en mijn ogen weer open, is de wereld weer normaal.

Nou ja, normaal...

Gerelateerde artikelen

FemNa40